Rente en rentevisie
Rentevisie
Onze rentevisie is gebaseerd op de meest actuele ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Wij maken daarbij onder andere gebruik van de renteprognose en berichtgeving van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
Naar verwachting dalen de hypotheek- en spaarrentes in 2026, dit is echter afhankelijk van verschillende factoren zoals de rentebesluiten van de Europese Centrale Bank (ECB) en de ontwikkeling van de economie. De inflatie in Nederland blijft relatief hoog (3,1% in juni 2025), maar in Europa is de inflatie gedaald naar het streefdoel (2,0%) wat ruimte geeft voor een geleidelijke renteverlaging door de ECB. Internationale onzekerheden (bijvoorbeeld het beleid van de regering Trump en dreiging van oorlog) hebben echter invloed op het inflatiecijfer.
(Bronnen: Raisin en de website 'van spaarbank veranderen' en ECB)
(bedragen x € 1 mln.) | |||||||
Kengetallen | Bron | Streefwaarde | |||||
Rek.2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
Rente risiconorm | Wet fido | 23,9 | 25,6 | 29,1 | 27,8 | 27,7 | 27,4 |
Kasgeldlimiet | Wet fido | 10,2 | 10,9 | 12,4 | 11,8 | 11,8 | 11,7 |
Schatkistbankieren drempel | Wet fido | 2,4 | 2,4 | 2,9 | 2,8 | 2,8 | 2,7 |
Kredietwaardigheid financiële instellingen uitgezette middelen | Financieringsstatuut | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A |
Langlopende interne financiering (> dan 1 jaar)
Eind 2025 bedraagt de verwachte omvang van de leningportefeuille € 61,1 miljoen. Op basis van de geprognosticeerde boekwaarde van de vaste activa bedraagt de financieringsbehoefte voor 2026 € 34,8 miljoen.
De geraamde externe rentelasten voor 2026 bedragen € 1,7 miljoen.
Voor nieuw aan te trekken vaste geldleningen gaan we uit van een rentepercentage van 2,8%. Dit percentage is gebaseerd op de huidige rentestanden en de rentevisie van de BNG.
Kortlopende interne financiering (< dan 1 jaar)
Alle bankrekeningen van de gemeente worden centraal beheerd. De Treasury voorziet in de financieringsbehoefte van de gemeente, die ontstaat uit het saldo op de bankrekeningen van de lopende uitgaven en inkomsten (exploitatie en investeringen). De rentekosten voor kortlopende leningen zijn de afgelopen tijd gestegen. Op dit moment zijn de rentestanden voor kort geld zelfs hoger dan de rentestanden van lang geld. Op dit moment zullen wij dan ook geen kort geld aantrekken voor de financiering.
Omslagrente
Voor de interne toerekening van de rentekosten over investeringen hanteert de gemeente het omslagsysteem. Dit houdt in dat over alle investeringen een gemiddelde rente wordt gerekend, de zogeheten omslagrente. Deze omslagrente wordt aan het begin van elk jaar vastgesteld.
Uit de begrotingscijfers blijkt dat de omslagrente kan worden gehandhaafd op 1,5%.
Het onderstaande renteschema geeft inzicht in het renteresultaat:
(bedragen x € 1.000) | ||
Rentecomponent | ||
De externe rentelasten over kort- en langlopende financiering | 1.695 | |
De externe rentebaten | -6 | |
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.689 | |
Rente doorberekening grondexploitaties | -17 | |
Rentebaat verstrekte leningen (=projectfinanciering) | ||
-17 | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 1.672 | |
Rente eigen vermogen | 0 | |
Rente voorzieningen | 0 | |
0 | ||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.672 | |
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag 1,5%) | -2.250 | |
Renteresultaat op het taakveld Treasury | -578 | |
Rente grondexploitatie
Met ingang van boekjaar 2025 wordt voor grondexploitaties geen onderscheid meer gemaakt in het BBV, waardoor de rentetoerekening plaatsvindt op basis van de reguliere omslagrente: 1,5%.
Rente eigen vermogen
Voor de berekening van de omslagrente die aan de taakvelden wordt toegerekend, kan de gemeente ervoor kiezen de rente over het eigen vermogen en de voorzieningen (de bespaarde rente) wel of niet mee te nemen. De commissie BBV adviseert om de bespaarde rente niet mee te nemen. Conform dit advies wordt geen rente gerekend over de reserves en voorzieningen.
