In 2026 gaan we de volgende activiteiten uitvoeren
Onderwijshuisvesting
In 2026 is IKC Vindingrijk in Wilgenrijk gereed en wordt voormalige Kardinaal Alfrinkschool verlaten. De Montessorischool wordt in 2026 gesloopt om te kunnen starten met de nieuwbouw op de zelfde locatie. De wissellocatie is de thuisbasis voor de Montessorischool en de Reiziger. Schoolbestuur Un1ek gaat in 2026 Dennendal 147-149 (voormalige De Dijck) revitaliseren zodat de Groene Hoek zijn intrek hier kan nemen. Un1ek stelt plannen op om het voormalige kantoorpand van Maasdelta te verbouwen tot IKC Kapelpolder (een schoolgebouw met kinderdagverblijf voorziening). Het ruimtetekort bij Het Balkon lossen we op met tijdelijke huisvesting.
Voorschoolse toeleiding (peuters)
In 2026 richten we ons op het vergroten van het bereik van doelgroeppeuters. In samenwerking met het CJG brengen we het non-bereik in kaart en zetten we doelgerichte acties hierop uit.
Samen met de kinderopvangorganisaties kijken we waar meer plekken voor kinderopvang gecreëerd kunnen worden. We sluiten aan op de ontwikkelingen in het vastgestelde integraal huisvestingsplan (IHP). Via de VVE-werkgroep zetten we in op een warme overdracht van de kinderopvang naar de basisschool om de aansluiting tussen kinderopvang en onderwijs te verbeteren.
Uitwerking aanpak schooluitval 4-5 jarigen
In Maassluis gaat 10% van de 4-5 jarigen op dit moment (nog) niet naar school omdat zij "niet schoolrijp" zijn. Schoolrijpheid verwijst hierbij naar de fysieke en sociale ontwikkeling van een kind die nodig is om te kunnen functioneren in een schoolomgeving. Kinderopvangorganisaties signaleren een verhoogd aantal jonge kinderen (peuters) met zorgvragen, zorgelijk gedrag of een zorgelijke ontwikkeling binnen de kinderopvang.
Voorheen ontvingen veel kinderen binnen deze ‘nieuwe doelgroep’ al op jonge leeftijd een indicatie ‘Jeugdzorg’, met gerichte hulp op maat. Met de huidige wachtlijsten in de jeugdzorg blijven veel van deze kinderen te lang in de reguliere kinderopvang.
De kinderopvang is nu nog niet voldoende ingericht om de zorg voor deze kinderen adequaat op zich te nemen. Dit leidt tot (financiële) overbelasting van de kinderopvang en tot negatieve ontwikkeling bij individuele kinderen door onder-behandeling. De kinderopvang ziet in de toekomst wel mogelijkheden om deze zorgvraagstukken op te vangen en een belangrijke (afschalende) rol in het ‘voorveld' te spelen.
In 2026 onderzoeken we de problematiek, de achtergronden en de interventiemogelijkheden.